Het 1 Bataljon Parachutisten (1 Para)

Eedaflegging van een SAS-Officier, met links LtKol Blondeel.Het Belgisch leger dat tijdens de 2 WO in Engeland verblijft, wordt op 8 mei 1942 met een eenheid Parachutisten aangevuld, onder bevel van Commandant Thissen, die echter op 1 juli 1942 gekwetst geraakt aan zijn rug, tijdens een trainingssprong. Commandant Thissen wordt van dan af aan vervangen door Kapitein Edouard Blondeel.

Vanaf 1944 en tot en met het beëindigen van de 2 wereldoorlog in Europa op 8 mei 1945, nemen deze Parachutisten deel aan verschillende gevechten, eerst op Franse bodem, daarna in België waar zij de eerste Belgische eenheid wordt die voet aan grond zet in het nog steeds door nazi-duitsland bezette vaderland. Zij worden onafgebroken ingezet.

In augustus 1945 wordt er in Westmalle een opleidingcentrum voor deze SAS-parachutisten, (Special Air Service), opgericht. Maar reeds in april 1946 verhuist dit centrum naar het kamp van Poulseur dat later volledig zal afbranden. In 1946 komponeert Pieter LEEMANS de "Mars van de Parachutisten". En op 25 oktober van datzelfde jaar verlaat de intussen tot Luitenant-Kolonel gepromoveerde Edouard Blondeel niet alleen de actieve dienst maar tevens het Regiment Parachutisten. Om hun erkentelijkheid te betonen wordt in Tervuren aan deze uitmuntende Officier een jeep aangeboden. LtKol Blondeel zal blijven ijveren voor het behoud van het Regiment Parachutisten en later het Regiment Para-Commando.

Kolonel Charles Laurent, tijdens een plechtigheid te Diest, als Korpsoverste van het 1 Bataljon Para.In 1948 is er opnieuw een ingrijpende verandering. Op 15 oktober verhuist het Regiment SAS-parachutisten naar Leopoldsburg, en het blijft maar verder veranderingen regenen en daarmee bedoelen we veranderingen in de positieve zin van het woord, want op 1 april 1951 veranderd de benaming "Regiment SAS-parachutisten" in het "1 Bataljon Parachutisten". De vernieuwing van de structuur wordt verer gezet en begin 1952 kent men dan de oprichting van het "REGIMENT PARA-COMMANDO".

Door het invoeren van dit nieuwe Regiment en de nieuwe structuur, (3 Para-Commando Bataljons plus de steuneenheden), zal in augustus 1953 het 1 Bataljon Para, definitief, haar intrek nemen in de Citadel van Diest. Het is onder het bevel van Majoor Stafbrevethouder Delperdange dat deze plechtige intrek plaats vind.

Manschappen van het 1 Para in Congo.Vanaf 1953 begint ook het "grote Afrikaans avontuur", want op 9 november 1953 vertrekt een detachement van het 1 Para met de TNA KAMINA en heeft als bestemming Congo. In september 1954 wordt het Kwartier in de Citadel van Diest naar Luitenant Freddy Limbosch genoemd, een verdienstelijk Officier uit de SAS periode. Het Kwartier heet nu: "Kwartier Lt F. Limbosch". Kolonel Blondeel en verschillende gewezen SAS-parachutisten nemen aan de plechtigheid deel, dat een erkenning is van de verdiensten van deze para-officier.

Door de gelijkschakeling tussen Para's en Commando's moet ook de opleiding aangepast worden en zo krijgt in mei 1955 de Compagnie van Kapitein Holvoet als eerste Para-eenheid de opleiding tot Commando. En waar men vroeger slechts met één parachute sprong, wordt vanaf 1956 de sprong met twee valschermen uitgevoerd. Men springt nu met een rugparachute en een reserve op de buik, en vandaar de benaming "dorsal" voor de rugparachute, en "ventral" voor de buikparachute.

Het "A" Commando brevet.Het volledige Bataljon dat onder het bevel staat van Majoor Stafbrevethouder, (SBH), Etienne Delperdange beëindigd op 21 januari 1956, te Marche-les-Dames, zijn Commando opleiding en het Bataljon wordt officiëel Para-Commando.

In april van 1960 neemt het 1 Para haar intrek in Congo. De overbrenging van de troepen gebeurt deels door de TNA Kamina en deels door vliegtuigen. Vanaf 5 juli 1960 kennen we de opstand van de Force Publique in de jonge onafhankelijke staat Congo. Het Bataljon wordt vanaf 8 juli ingezet om landgenoten en andere burgers te evacueren. Zij moeten ook de rebelerende FP-troepen ontwapenen. Zij komen tussen in Lulaluabourg, Bakwanga, Elisabethstad, Jadotstad, Tshikopa, Kabalo, Kongolo en Albertstad. In september 1961 worden zij naar Rwanda gestuurd.

Manschappen van het 1 Para houden de erewacht bij de kisten van hun verongelukte kameraden.26 juni 1963 is een zwarte dag in de geschiedenis van het Bataljon. Die dag wordt een C-119 per ongeluk, in Detmold, (Duitsland), uit de lucht geschoten en maakt talrijke slachtoffers:

  • 23 Para-Commando's van het 1 Para;
  • 3 Despatchers van het Trg C Para;
  • 1 Kandidaat-despatcher van het ANC;
  • 5 Bemanningsleden van de C-119 van de 15 Wing.

In hetzelfde jaar ' 63 wordt er voor de eerste maal getraind in OTA, (Otterburn Training Area), op de grens tussen Schotland en Engeland. In 1964 op 24 en 26 november wordt het 1 Para als versterkt Bataljon ingezet bij de operaties "Dragon Rouge" te Stanleystad en "Dragon Noir" te Paulis. In 1965 helpen zij bij de overstromingen te Werchter, Betekom en Tremelo. 1966 is het jaar van de mijnstakingen waar het Bataljon ingezet wordt om de orde te handhaven.

De SAHEL-ramp in 1974 stuurt het 1 Para opnieuw naar Afrika om steun te verlenen aan het door hongersnood getroffen gebied. En in 1976 wordt het Pegasus Museum geopend voor het publiek Het is ook het jaar van de overstromingen in Ruisbroek, en militairen van het 1 Para worden ingezet om de bevolking bij te staan.

LtGen bd Rik Depoorter, Comd van de Ops "Red Bean" te Kolwezi in mei 1978.Op 20 mei 1978 wordt het Bataljon als onderdeel van het Regiment, onder bevel van Kol SBH Rik Depoorter, ingezet bij de 2 SHABA oorlog, voornamelijk in Kolwezi, maar ook Likasi en Lubumbashi.

In 1979 wordt er hulp geboden bij de overstromingen in Diest. In dat jaar worden ook voor de laatste keer de mutsen uitgereikt op de Grote Markt van Diest. In 1980 wordt het nieuwe sportcomplex ingehuldigd en er wordt hulp geboden aan het door overstroming getroffen Diest en Halen.

In 1983 is er dan de herdenking "30 jaar Para's", en in 1985 worden eenheden van het Bataljon ingezet om de Rijkswacht bij te staan in haar strijd tegen de "Bende van Nijvel". Van 24.9 tot 8.11.1991 wordt het Bataljon ingezet tijdens de operatie "Blue Beam" in Zaïre, en het jaar daarop wordt het Bataljon nog maar eens ingezet, ditmaal voor operatie "Restore Hope" in Mogadishu. Tussen 18 november 1993 en 1 januari 2000 wordt het Bataljon ingezet voor UNAMIR, Congo-Brazzaville, AFOR I en II in Albanië en SFOR-BELBUG in Bosnië-Herzegovina.

"Unosom" wordt "Restore Hope"

"Unosom" wordt "Restore Hope"

4.12.1992:
Het Ministerie van Landsverdediging neemt de principiële beslissing om in het kader van de resolutie 794 van de UN, troepen te sturen naar Somalië, teneinde mee te werken aan het scheppen van een veilige omgeving voor de humanitaire operaties.

5.12.1992:
De Minister van Landsverdediging, Leo Delcroix, bevestigt dat er Para's klaar staan, om naar Somalië te vertrekken. Volgens de Minister kunnen de manschappen elk ogenblik vertrekken. Het gaat om 550 militairen uit het 1 Para van Diest en 3 Lansiers Para-Cdo van Stockem.

De samenstelling van het detachement is als volgt:

  • 11 Cie van het 1 Para
  • 21 Cie van het 1 Para
  • 2 pelotons te voet van de 13 Cie van het 1 Para
  • Het Escadron 3 Lanciers Para-Cdo met 3 CVRT's
  • Een detachement Medische Dienst
  • Een detachement v/d Staf Cie van het 1 Para

Voor het eerst in de geschiedenis zullen Amerikaanse Mariniers ontschepen met Belgische Para's en onder bevel van een Belgisch Officier: LtKol Jacqmin. Dit is een unicum, aangezien nooit tervoren Amerikaanse troepen onder buitenlands bevel werden geplaatst.

Peterschap, Libanon, de Balkan en Kolonel Blondeel :

We vermelden ook dat op 17 mei 1997 de stad Diest het Peterschap op zich neemt van het 1 Para. In 2001 is er dan de inhuldiging van het kunstwerk "Pegasus" op de rotonde aan de ingang van de Citadel. Van april tot juli 2002 neemt het Bataljon deel aan BELUROKOS IX in Kosovo. In 2004 en 2005 neemt het Bataljon deel aan ISAF als BG3, (Battle Group 3).

Eddy Blondeel, bezieler van de Parachutisten overlijdt op 23 mei 2000. Hier ziet u hem als Kapitein bij de SAS in Engeland tijdens de II W.O.Kaders van het Bataljon leiden in Congo militairen op. Met de F911 WESTDIEP nemen zij deel aan anti-drug operaties in het Caraïbisch gebied. Van 7 oktober 2007 tot 8 februari 2008 nemen zij in Libanon deel aan BELUFIL IV. En nog in 2008 tenslotte wordt het Bataljon ingezet in Kosovo in het kader van BELKOS 26.

Eddy Blondeel, de grote bezieler van de Para's overlijdt op 23 mei 2000. De Para's brengen hem hulde. Blondeel, de man die ontegensprekelijk er heeft voor gezorgd dat na wereldoorlog II de Para's niet werden opgedoekt, krijgt van "zijn" Para's een gedenkteken in de Citadel, zodat hij voor altijd in het geheugen zal blijven van diegenen die nu zullen komen om telkens de handschoen van hem over te nemen, en diegenen die het tot nu toe hebben gedaan of nog doen.

Sluiting van 1 Para

Sluiting van het 1e Para te Diest In 2009 raakte bekend dat de geplande herstructureringen van Defensie, ook de Para-Commando's zwaar zouden treffen. Ondermeer 1 Para, het moederbataljon van de Belgische Parachutisten, zou worden ontbonden. Nieuws dat bekend raakte op het ogenblik dat de manschappen van 1 Para op het punt stonden om in het kader van ISAF naar Afghanistan te vertrekken. Daarbovenop zou conform de plannen het onafhankelijk karakter van de Para-Commando's worden tenietgedaan.

Zo geschiedde. Echter niet zonder slag of stoot. Zo vormden een groep oud Para-Commando's de 'Actiegroep Citadel Diest' en propageerde openlijk tegen de ontbinding van het 1ste Bataljon Parachutisten. Daarnaast verzamelde Pieter Branckaerts ruim 11.000 handtekeningen met de petitie 'SOS-1Para'.

Alle acties ten spijt, vond op 27 augustus 2010 de 'Farewell-day' plaats met een militaire ceremonie op de grote markt van Diest, gevolgd door een afscheidsfeest op de Citadel. Eind 2010 werd het bataljon definitief ontbonden en verhuisden de Nederlandstaligen naar 3 Para in Tielen en de Franstaligen naar het 2 Cdo te Flawinne.

Het Pegasus Museum

www.pegasus-museum.beIn 1976 nam de toenmalige Korpsoverste Luitenant-kolonel Bidlot de beslissing om een museum op te richten in het 1 Bataljon Parachutisten. De geschiedenis van de parachutisten werd in beeld gebracht in vier zalen en enkele kazematten. Het museum heeft geen vaste openingsuren. Alleen op afspraak kunnen groepen een bezoek brengen aan het museum en aan de citadel als vestingswerk. De bezoeken zijn gratis.

De VZW Pagasus Museum beschikt ook over een eigen website om beter bekend te geraken bij de oudgedienden en het grote publiek en om meer informatie te kunnen verstrekken voor de organisatie van bezoeken. Klik op de affiche om een bezoek te brengen aan de website van het museum.